Mijn zoute zoen

Le but du livre n'est pas de décrire la vie au prévent. Seuls quelques éléments indiquent que tu es au prévent: la fontaine (derrière le pavillon médical), le tunnel et la plage, les pappies et les mammies, la piste d'obstacle et surtout la pomme journalière. L'action aurait pu aussi bien se situer ailleurs. Le but du livre est différent: montrer deux vies totalement différentes: Kobe, un obèse avec une famille minimexée et Nienke, muco, avec des parents riches. C'est une histoire d'amour entre deux êtres que tout sépare, et pourtant ils vont devenir amis, et bien plus que cela. Chaque fois que Kobe rentre à la maison, il a du mal à stabiliser son poids. Pas étonnant, ses parents donnent le mauvais exemple. Nienke est fortement atteinte et ses jours sont comptés. Elle espérait passer encore un été en vacances. Ou encore quelques mois. Ou encore quelques semaines. Malgré plusieurs heures de drainage par jour, son état de santé se déteriore dangereusement, et quand elle se décide à accepter une greffe du poumon, il est trop tard pour encore espérer la sauver. Mais avant de décéder, elle veut encore faire une seule chose...

Un personnage auxilaire est Steffi, l'amie de chambrée de Nienke. Elle est tout le contraire de Nienke: égoiste, ne voulant pas faire d'exercices, elle se met à dos la plupart des autres pensionnaires. Et de plus, elle a un complexe qu'elle ne trouvera jamais un ami tant qu'elle est si grosse. Pour se consoler, elle mange encore un petit gâteau. Et en plus, elle tombe amoureuse de Tim, un des éducateurs. Jusqu'au moment où elle remarque que Tim est marié. C'est la grosse déprime. Et encore une tarte pour faire passer la douleur. Pourtant, grâce à l'exemple de Nienke, elle va aussi continuer son traitement avec plus d'assiduité.

Pour la réalisation de son livre Mammie Gerda a passé une semaine au prévent, comme une éducatrice. Une période qu'elle n'oubliera jamais, cela est sûr!

Mijn zoute zoen is een boek met als achtergrond het leven in het zeepreventorium. Een foto met een mooie bokeh, want er zijn weinig herkenningspunten. Met de opvoeders en medisch personeel die allemaal pappie of mammie genoemd worden, is het moeilijk bestaande personen te herkennen. Een dankwoord in het boek geeft de personen aan die bij het boek geholpen hebben: Dokter Hilde Franckx, de pediater en hoofdgeneesheer, Ann Tanghe (obesitas), Danielle Huse (muco) en Jean Chevaillier (kinesie). Het medisch paviljoen was nog in gebruik, maar niet meer het zwembad. Jean Chevaillier is nu op pensioen.

Het boek heeft niet als doel het leven in het zeepreventorium te vertellen. Enkele elementen geven wel aan dat de handeling in het zeepreventorium gebeurt: de fontein achter het medisch paviljoen, de hindernissenbaan, de tunnel en het strand, en vooral de dagelijkse appel, dat in de tijd teruggaat tot de jaren '70. Eigenlijk had het verhaal om het even waar kunnen gebeuren. Wat belangrijk is, is het leven van twee jong-volwassenen die twee totaal verschillende levens leiden: Kobe, een dikzak, en Nienke, met een agressieve vorm van mucoviscidose, en hoe ze naar elkaar toe groeien. Het wordt een liefdesverhaal tussen twee mensen die totaal verschillend zijn. Iedere keer als Kobe terugkeert naar het zeepreventorium heeft hij opnieuw kilos bijgekregen. Niet moeilijk, met zijn ouders die het slechte voorbeeld geven. Nienke heeft een zware vorm van mucoviscidose. Ze wilt nog de zomer meemaken. Of nog een paar maanden. Of nog enkele weken. Ondanks de zware behandeling gaat haar gezondheid achteruit. Ze moet opnieuw een antibioticakuur volgen. Ze heeft extra zuurstof nodig. Maar voor ze het opgeeft wilt ze nog één ding doen...